Sinte Maarten had een koe
Die moest naar de slager toe
Was ie vet of was ie mager
Hij moest naar de slager
Of in andere varianten:
Sinte Maarten had een geit
Die was al zijn tanden kwijt
Was ie zwart of was ie wit
Hij moest toch een nieuw gebit
Sinte Maarten had een poes
Die hield niet van appelmoes
Daarom at hij elke dag
Chocolade hagelslag