Wiegelied der Herders
Slaap zacht in deze donk’re nacht.
O god’lijk kind slaap zacht
Geboren in een stal zo arm,
Wij herders houden wacht
Wij waken tot de dag begint,
Sluit d’oogjes toe Gij hemels kind
Slaap zacht, slaap zacht,
Lieflijk kindje slaap zacht!
Op ’t harde bedje ligt gij neer,
O, god’lijk kind slaap zacht,
Met stro een weinig toegedekt,
In deze koude nacht.
Gij kwaamt voor onze zaligheid
Gij, Heer en God van eeuwigheid.
Slaap zacht, slaap zacht,
Lieflijk kindje, slaap zacht!