De koningin van Lombardije
Ging in d’r rijtuig, ging in d’r rijtuig
De koningin van Lombardije
Ging in d’r rijtuig rijen
Ze wuifde naar links en ze wuifde naar rechts
Ze wuifde met d’r hand
En ’s avonds ging ze slapen
In een zilveren ledikant
En als ze sliep dan wuifde ze nog altijd met d’r
Trala lalala, lala lalala
Altijd met d’r hand
De koningin zei bij d’r eigen
“Altijd dat wuiven, woah, altijd dat wuiven”
De koningin zei bij d’r eigen
“Laat ze de wim wam krijgen”
Toen liet ze een hand vervaardigen
Bij een poppenfabrikant
Een hand die in z’n eentje woof
Van de één naar d’ andere kant
Ze zond d’r rijtuig door de stad met enkel maar die
Trala lalala, lala lalala
Enkel maar die hand
Maar op een woensdag reed die wagen
Tegen lijn zeven, tegen lijn zeven
“Ralalaboem”, zo zei die wagen
En alle mensen klagen
Een grote brancard van EHBO
Was dadelijk bij de hand
Ze dromden naar het rijtuig
Maar wat kregen ze het land
Want voor het gebroken raampje was allenig maar die
Trala lalala, lala lalala
Enkel maar die hand
Toen de ministerraad dat hoorde
Van Lombardije, van Lombardije
Toen gingen ze met hoge boorden
De koningin vermoorden
Oeoeoe
Ziezo, dat is dat
Maar zeg eens wat gebeurde er met die hand
Die hebben ze op het graf gezet
Zo rechtop in het zand
Als u naar Lombardije gaat dan ziet u nog die
Trala lalala, lala lalala
Ziet u nog die hand
En als het heel erg waait dan gaat het zo
Trala lalala, lala lalala
Lala lalala
Oeie
Tekst: Annie M.G. Schmidt
Muziek: Hubert Janssen