Mijn kaarsje brandt zo helder
Mijn kaarsje brandt zo helder,
en mijn lichtje voor het glas
‘t Is een lied van SinterMaarten,
dat zo lang een feestdag was.
Voor zo menig jonge gast,
die maar flink op zijn kaarsje past.
Voor zo menig jonge gast,
die maar flink op zijn kaarsje past.
Wil de armen niet verstoten,
‘k vraag u om een beetje maar.
Ach de koude winter nadert,
ieder uur in druk zo zwaar.
Jezus zegt het is gewis,
dat er een vergelding is.
Jezus zegt het is gewis,
dat er een vergelding is.